Ik heb een haat-liefde verhouding met hardlopen. Al zo’n vijftien jaar pak ik het met enige regelmaat op, maar dan stop ik er weer mee. Ik heb loopklasjes geprobeerd, extra goede schoenen, met mijn man hardgelopen… Elke keer dacht ik na een tijdje: hardlopen is niks voor mij. Nu woon ik naast een bos en dat helpt enorm. Voor het eerst heb ik echt zin om te gaan hardlopen. Ik weet niet of ik aanleg heb voor een runnershigh, maar van buiten zijn wordt ik zo blij! Het liefst ga ik ’s morgens vroeg om zeven uur, dan is er nog niemand.
Ik ren nu twee à drie keer per week vijf à zes kilometer. Sinds een paar weken loopt mij man mee. Het werkt verbindend om het samen te doen. We zorgen dat we niet te hard lopen zodat we nog kunnen praten. Dat kan over de kinderen gaan, over onze relatie, werk… Na een half uur, drie kwartier voel ik me altijd beter.
Klik hieronder op de afbeelding om de hele column in de Santé te lezen.